
Een andere auto… een tandje minder
Ik maak vaak een praatje met de parkeerwacht bij de Spar, bij mij om de hoek. Een aardige gozer die, vertelde hij mij, uit de Democratische Republiek Congo komt. Hij leeft van de fooien die hij krijgt. Zijn Engels heeft een Frans accent, maar veel leuker is het om Afrikaans met hem te praten. Dat beheerst hij goed! Onze gesprekjes zijn altijd beleefd en vriendelijk. Tot gistermiddag… toen zag ik voor het eerst verbijstering op zijn gezicht. Hij kon niet begrijpen waarom ik een oude, donkerblauwe VW Kever had gehuurd. “Oh no… Oh man! This is a waste of money.”
‘Als je pech hebt, bel je mij…’
Wat ik ook inbracht, ik kreeg hem niet op andere gedachten. Mijn toelichting bij de kosten – 400 euro voor twee weken rijden in een splinternieuwe Chevrolet Spark, 325 euro voor een maand rijden in een Mazda 323 uit de jaren ’90, en maar 225 euro voor een maand rijden in deze VW Beetle – maakte totaal geen indruk. “Zo’n auto kun je kópen voor 400 euro!”, bracht hij uit. “En als je wat afdingt krijg je ‘m misschien voor minder ook nog…”
“Ik ken iemand die je auto voor je kan repareren. Die geef je dan 200 rand… Opgelost!”
“Dat weet ik, maar ik wil nu geen auto kopen, want ik weet niet wanneer ik terugkom in Zuid-Afrika”, antwoordde ik. “Bovendien weet ik niet hoe goed zo’n auto rijdt.”
– “Hij rijdt, hij rijdt. En je kunt ‘m toch weer verkopen?”
“Dat is waar, maar als ik een auto koop, loop ik ook de risico’s bij autopech. Als ik met deze auto pech heb, bel ik de verhuurder en die is er binnen een halfuur. Dat kost me niets. Als ik een auto koop en ik heb pech, dan moet ik zelf voor de reparatie en de kosten opdraaien.”
– “Ja, maar je moet gebruikmaken van de mensen die je kent. Als je pech hebt, bel je mij. Ik ken iemand die je auto voor je kan repareren. Die geef je dan 200 rand… Opgelost!”
Blij met deze vondst, keek hij mij aan. Maar dit keer was ík niet onder de indruk.
‘Hy krap ’n bietjie’
Ik moet eerlijk zijn. Na een Chevrolet Spark Lite, is een Mazda 323 uit 1992 een stap terug. En als je daarna een VW Beetle huurt (jaren ’60, jaren ’70… ik weet het niet eens), dan is dat qua auto wel weer een flinke stap terug. Had m’n Mazda 323 al geen luxe, deze VW Kever zéker niet. En ja, je hebt wat meer kans op pech, je moet vaker je olie peilen én voor lief nemen dat je te maken hebt met roest, gerammel en een versnellingsbak met een eigen wil. Alsook met het gegeven dat je niet veel harder dan 80 km/u kunt rijden. Dat laatste om te voorkomen dat het luchtgekoelde motortje van de Kever oververhit raakt in het golvende West-Kaapse landschap. Maar verder is dit verreweg de tofste auto waar ik in jaren in gereden heb! Al geef ik toe: het is ‘een tandje terug’.
Dat tandje terug is wel goed voor mij. Je wordt er relaxed van. Geduldig neem ik de tijd om de auto te leren kennen. Kalm blijf ik proberen om het geheim van de versnellingsbak te doorgronden. Schakelen naar de tweede versnelling gaat soms met wat tandenpoetsen. “Hy krap ’n bietjie”, zei Deon van Fun Car Hire, de verhuurder. Desondanks lukt het al best vaak om naar de twee te schakelen zonder geknars.
Bokken als een nukkig paard
De truc is om de auto rustig te laten rollen terwijl je de koppeling ingetrapt houdt. Je laat ‘m wat snelheid verliezen en schakelt dan pas. Ook terugschakelen naar de één gaat wel eens fout. Dan grijpt de versnelling niet goed en begint de auto te bokken als een nukkig paard, wanneer je optrekt. Geen paniek, gewoon even goed schakelen. Het is trouwens alles behalve een straf om met 80 km/u over de autowegen en snelwegen tuffen. Waarom jakkeren als het ook rustig kan?
“Ook je ergernis over andere langzame weggebruikers smelt weg. Je past je aan”
Het grappige is trouwens dat je als Kever-rijder ineens een band voelt met andere VW Beetle-eigenaars, die evenmin het gaspedaal door de bodem trappen. Liefde is wat zo’n autootje nodig heeft. Ook je ergernis over andere langzame weggebruikers smelt weg. Je past je aan.
Je ziet meer
Een ander voordeel is, dat je veel meer ziet. Als je langzaam rijdt, kun je veel meer om je heen kijken. Dan zie je ineens dat het niet zover rijden is tussen de ‘nettere’ woonwijken en de overvolle flats en schamele zinkplaten hutten van de arme buurten. Valt je op dat Tafelberg verandert als je eromheen rijdt. En kun je langer genieten van het voorbijtrekkende landschap, of van de diepblauwe zee bij Muizenberg, Fish Hoek en Simonstad.
“Je hebt meer tijd om te kijken waar je naartoe moet en belandt dus zelden op een verkeerde rijbaan”
Zelfs voor je navigatie is langzamer rijden een pré, want je hebt meer tijd om te kijken waar je naartoe moet en belandt dus zelden op een verkeerde rijbaan. Een mooie metafoor voor het leven, dus. Pak eens wat vaker de VW Kever. En kies bewust voor dat tandje minder. You’re going to like it!

